De zee kan kalm zijn of in beroering, hij kan
passief zijn of actief. Wanneer er een storm opsteekt verschijnen er
golven. Als de storm weer gaat liggen zijn de golven verdwenen, dan
blijft alleen de zee over. Dus in zekere
zin bestaan er geen golven. In essentie bestaat alleen de zee. Zonder
zee kan er onmogelijk een golf zijn. Zelfs als er een golf is blijft de
zee de ondergrond. Ook al zijn de golven nog zo onstuimig, in de diepte
is de zee roerloos. Een golf verschijnt en verdwijnt, maar de zee
blijft. Je kunt de mens ook zien als de zee. Want de mens is in essentie
bewustzijn (de zee). Aan de oppervlakte van het bewustzijn kunnen
denken en voelen (de golven) er voor zorgen dat net als bij de zee het
er onstuimig aan toegaat. Maar in de diepte van het bewustzijn valt er
geen enkele beweging te bespeuren. Want het bewustzijn is
onveranderlijk, het is de constante factor. Wanneer de storm van de
geest (denken en voelen) weer gaat liggen blijft alleen het bewustzijn
over. Denken en voelen zijn slechts vormen die in het bewustzijn
verschijnen en verdwijnen. De enige vrijheid van de mens is zich wel of
niet met die verschijningsvormen te identificeren.