maandag

Het pantser afleggen

Je draagt een pantser om je heen. Het is alleen maar een pantser en dat klampt zich niet aan jou vast, jij bent het die je daar aan vastklampt. Dus wanneer je je daarvan bewust wordt, kun je het simpelweg laten vallen.. Dit pantser is een dood ding, als je het niet draagt verdwijnt het. Het is niet alleen dat je het draagt, je onderhoudt en voedt het ook aan één stuk door. Ieder kind is één en al beweging. Hij heeft geen geblokkeerde delen in zich; het hele lijfje is één organisch geheel. Het hoofd is niet belangrijk en daar staat tegenover dat de voeten niet onbelangrijk zijn. In feite bestaat er geen verdeling; er zijn geen grenzen. Maar langzamerhand beginnen er begrenzingen te komen. Dan wordt het hoofd de meester, de baas en het hele lichaam wordt in parten opgedeeld. Enkele delen worden door de gemeenschap geaccepteerd en andere delen niet. Enkele delen zijn voor de gemeenschap gevaarlijk en moeten zo goed als vernietigd worden. Dat schept het hele probleem. Je moet in de gaten houden waar je in het lichaam beperkingen voelt. Nu kun je drie dingen doen. Eén: als je loopt of zit, of ook wanneer je niets doet, adem diep uit. De nadruk moet op de uitademing liggen, niet op inademen. Dus adem goed uit—zoveel lucht als je maar kunt, gooi het eruit. Adem uit door de mond, maar doe het langzaam zodat het tijd kost. Hoe meer tijd het neemt hoe beter, omdat het dan dieper gaat. Als alle lucht binnenin je lichaam er uitgegooid is, ademt het lichaam in; jij hoeft dat niet te doen. De uitademing moet langzaam en diep zijn en de inademing snel. Dit zal een verandering teweeg brengen in het pantser rond je borst. Het tweede: als je een beetje kunt hardlopen, kan dat nuttig zijn. Geen kilometers, eentje is wel genoeg. Houd alleen maar voor ogen dat er een last van je benen verdwijnt, alsof hij er vanaf valt. Benen dragen het pantser wanneer je vrijheid te veel is ingeperkt; als er tegen je gezegd is , doe dit wel en doe dit niet; wees wel zus en wees niet zo, ga hier wel en daar niet heen. Dus ga hollen en al hollend moet je ook meer aandacht aan het uitademen besteden. Als je eenmaal de macht over je benen en hun beweeglijkheid hebt teruggekregen, komt er een geweldige energiestroom opgang. Het derde is: als je s ávonds bij het naar bed gaan uitkleedt, stel je dan tijdens het uitkleden voor dat je niet alleen je kleding aflegt, maar ook je pantser. Doe het echt ! Leg het af, haal goed diep adem en ga dan helemaal ontwapenend slapen, met niets aan je lijf en geen enkele beperking. Osho : uit apotheek van de ziel blz 15